Ten tijden van de crisis veranderde de arbeidsmarkt aanzienlijk. Er waren weinig vacatures en er was duidelijk een arbeidsoverschot in Nederland. Dit resulteerde erin dat hoogopgeleiden de werkzaamheden van lager opgeleiden overnamen en dat er meer werkloosheid ontstond onder de gehele bevolking, maar met name onder de lager opgeleiden. Ook werden werknemers vaak niet in vaste dienst genomen, omdat dit niet aantrekkelijk zou zijn voor bedrijven onder het huidige klimaat. Als antwoord hierop werd de Wet Werk en Zekerheid in het leven geroepen om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken om arbeidskrachten in vaste dienst te nemen, maar in de praktijk bleek dat het tegenovergestelde gebeurde. Het idee was dat veel werkgevers geen vaste krachten in dienst namen omdat het grote risico’s met zich meebracht. Als een vaste kracht ziek wordt is het namelijk wettelijk vastgelegd dat de werkgever tijdens deze periode van ziekte ten minste twee jaar het loon (gedeeltelijk) moet doorbetalen aan de niet werkende werknemer. Sinds de komst van de Wet Werk en Zekerheid in 2015 komt daar nog eens een transitievergoeding bovenop die betaald dient te worden als de werknemer na deze twee jaar ontslagen wordt. Ook zorgde deze wet ervoor dat seizoensarbeid anders werd en het voor veel ondernemers met seizoenarbeiders erg duur werd om mensen in vaste dienst te nemen, omdat ze vaak verplicht werden door te betalen. Toch lijkt er een wijziging op handen; seizoensarbeid zou worden verandert van een onderbreking van zes maanden naar een onderbreking van drie maanden waardoor ze langer op basis van een overeenkomst voor bepaalde tijd kunnen blijven werken. Ook zal de transitievergoeding veranderen en branche gerelateerd worden om zo de MKB tegemoet te komen. Het is aan te raden om de regelgeving in de gaten te houden en de salarisberekening en bedrijfsbegroting bij te houden. Dit kan uiteraard ook met behulp van experts zoals te vinden op CBBS.nl. |
http://www.cbbs.nl/ |